Zondagmiddag. Een telefoontje. Ds. C. Snoei is overleden. Als mentor en als wijze raadsman heeft hij heel veel voor mij betekend. Een rijke geestelijke erfenis liet hij na, die ik nu weer aan anderen mag doorgeven.
In September 1985 klopte ik op de deur van zijn kantoor in Driebergen, waar hij bij de GZB als predikant voor missionaire toerusting werkzaam was. “Ik ben gevraagd om zendingswerk in Hongarije te gaan doen. Ik mag er niet openlijk over praten. Maar ik kom om raad vragen.” Hij hoorde mijn verhaal aandachtig aan. “Ik heb toevallig twee weken geleden iemand uit Hongarije van de Reformatus kerk op bezoek gehad, die om hulp vroeg bij het versterken van het zendingsbewust zijn daar. Men heeft geen idee van de eigen zendingsgeschiedenis.” Na een uurtje praten sluit hij het gesprek af met een kort en krachtig advies: “Doen!”.
Door deze woorden van Ds. Snoei hoorde ik heel krachtig de roep van de Here God om te gaan. Dat gebeurde later nog veel vaker, dat de Here door hem tot mij sprak: door een telefoontje, door een kaartje of later een email. Het juiste Woord op het juiste moment. De eerste jaren gebeurde dat “ondergronds”, niet officieel, dat kon toen niet anders. Tijdens een verblijf in NL vonden gesprekken plaats bij iemand in de achtertuin, en niet officieel op het GZB kantoor. Later kon het allemaal officiëler. Door zijn vooruitziende visie voor zending in Europe werd de Sectie Europa van de GZB opgericht, en werd ik in 1993 als aangesteld als officiele GZB zendingswerker.
Vier dingen leerde ik van hem, en leefde hij mij voor. Allereerst om een mentor te zijn. Hij vroeg altijd veel, waarom dit, en hoe zie je dat. In dat vragen stimuleerde hij je tot nadenken, vanuit bijbels perspectief. Daarin was hij een wijze raadsman, in de voetsporen van de Here Jezus. Het tweede wat ik van hem heb geleerd hangt met het eerste samen: bijbel-theologisch denken bindt samen, met Christenen van een andere kerkelijke kleur of achtergrond. Het derde is dat hij me leerde om niet bezorgd te zijn en in alles op de Here te vertrouwen en biddend bij Hem neer te leggen. Hij gaf mij eens een klein vogeltje cadeau, om die les niet te vergeten. Het vierde is, dat hij altijd het belang van missionaire toerusting van de gemeente benadrukte. De opbouw van de gemeente, de toerusting, die niet los staat van de uitbouw, van het getuige zijn waar je ook maar bent, op maandag, dinsdag en woensdag, in je gezin en op je werk. De missionaire toerusting stond bij hem altijd in het kader van de wereldwijde kerk. Het gaat om God’s zending, waarin geen sprake meer is van aparte inwendige en uitwendige zending. Een ootmoedig, en groot zendingsman is heengegaan, gekenmerkt door een grondige bijbels-theologische visie op zending en evangelisatie, met een vooruitziende blik op de consequenties voor de praktijk van zending dichtbij en verweg. Missionaire toerusting van de gemeente en de wetenschappelijke bezinning op zending gingen daarbij bij hem hand in hand.